No Glue
Interventie
Podium
Tijd
Installatie
Performance
Relationele kunst
Scenario - De Verticale Etalage - Pebbles Thijssen

1. De toeschouwer komt het pand binnen lopen.
2. De toeschouwer ziet iets uit het plafond naar beneden steken.
3. De toeschouwer loopt verder en kijkt omhoog.
4. De toeschouwer ziet voor het eerst de verticale etalage.
5. Het wow-effect: ‘wat is het gebouw hoog’.
6. De toeschouwer gaat op het podium staan en draait de beweegbare etalage door aan het touw te trekken.
7. De toeschouwer bekijkt alle designs aan het touw door verder te trekken aan het touw.
8. De toeschouwer loopt naar de 1e etage.
9. De toeschouwer ziet ‘ de kasten-etalage’.
10. De toeschouwer loopt een rondje rondom deze etalage.
11. De toeschouwer loopt naar de 2e etage.
12. De toeschouwer ziet iets bewegen achter het belichte zeil.
13. De toeschouwer is benieuwd en loopt eromheen.
14. De toeschouwer bekijkt de bewegende designs die aan het touw hangen in het gat.
15. De toeschouwer loopt naar de 3e etage.
16. De toeschouwer ziet de zilveren buizen die zijn belicht met gekleurde lichten.
17. De toeschouwer loopt links en rechts langs de etalage
18. De toeschouwer loopt naar de 4e etage/ het dak.
19. De toeschouwer wil hier via het gat naar beneden kijken. Dit doet hij/zij niet, omdat hij/zij via de spiegels helemaal naar beneden kan kijken.
20. De toeschouwer loopt nog eens een rondje om het gat en loopt vervolgens weer naar beneneden.
21. Op de begane grond loopt de bezoeker nogmaals onder het gat door en kijkt nog een keer naar boven.
22. Vervolgens loopt de toeschouwer weer door naar buiten.

De verticale etalage is dus het eerste en het laatste wat de bezoeker ziet.


















Het binnentreden van de ruimte, om vervolgens langs de golfplaat het schouwspel te ervaren:
Scenario - Het archief - Nina Laan

Het scenario in stappenplan:

1. De bezoeker loopt het gebouw binnen
2. De bezoeker volgt een willekeurige weg naar zijn keuze
3. De bezoeker komt uiteindelijk op de derde verdieping
4. De bezoeker ziet vanaf het trapgat het werk
5. De bezoeker loopt stukje verder
6. De bezoeker staat te kijken
7. De bezoeker ziet kleine briefjes en foto’s hangen
8. De bezoeker loopt verder de ruimte in om de archiefbeelden beter te kunnen bekijken
9. De bezoeker leest de informatie
10. De bezoeker loopt alle archiefbeelden af
11. Door alle archiefbeelden is de bezoeker geïnspireerd en op de hoogte van de herinneringen van vroeger over de Sodafabriek
12. De bezoeker vervolgt zijn weg door het gebouw
13. De bezoeker weet nu meer over de geschiedenis van het pand



Scenario - Windvanger - Loes Aanhane

Je woont al sinds jaar en dag in Schiedam, maar dit was je eigenlijk nooit opgevallen. Een enorme windvaan zweeft, in de kleuren van Schiedam, vrolijk boven de daken van de Tuinlaan. Het viel je ineens op toen je voor de zoveelste keer je hond aan het uitlaten was in het park “de Plantage”. Toch maar even kijken. Na wat zoeken blijkt het ding bij de Sodafabriek te horen, waar je zelf eigenlijk nooit eerder was geweest. Eens zien wat daar te beleven valt. De hond wordt vastgeknoopt aan een bouwafscheiding en voor je het weet sta je binnen. Binnen weet je eigenlijk niet zo goed waar je moet beginnen. Pff, waar moet je eigenlijk heen? Het gebouw lijkt, voor zover je kan zien, kleiner dan gedacht. Als je omhoog kijkt zie je door een opening, delen van de tweede verdieping.

Dan ineens zie je iets geks. Achterin de loods, waar het plafond iets lager is dan de rest en het erg donker is, hangt een gekleurd ding in een bundel van licht wat van boven lijkt te komen. Het lijkt wel een soort vlag wat aan het plafond vast zit. Als je dichterbij komt, zie je dat de vlag zachtjes heen en weer beweegt. Wauw. In het plafond blijkt een enorm gat te zitten waardoor je ineens hoog het gebouw in kijkt. De wimpel, gemaakt van stof, loopt door tot het dak en verandert per verdieping van kleur. Dit is nog eens extra verduidelijkt doordat de randen van de gaten van elke verdieping, in dezelfde kleuren zijn geschilderd als het verloop op de vlag. Je ziet in 1 oogopslag dat het gebouw vier verdiepingen telt. Rechts van de ruimte valt je oog op de trap. Maar hoe is het mogelijk dat deze wimpel lijkt te bewegen? Waardoor wordt deze beweging in gang gezet? Dan realiseer je je dat de vlag in dezelfde richting beweegt als de windvaan die je al eerder buiten had gezien. Als je naar de grond kijkt, zie je een kompas. Aha, daar is dus het noorden. En als ik het zo bekijk, komt de wind, volgens deze enorme windvaan, uit het zuiden. Dan is het park ‘de Plantage’ nu dus links van het gebouw en het water dus rechts van waar ik sta. Grappig. Je vindt het een hele leuke ingreep en besluit om de kleuren te volgen naar de verdiepingen. Kijken wat er verder nog te zien valt.

Scenario Martje Damhuis

Omschrijving installatie:

Het uitgangspunt van mijn installatie is ’licht’’.
Ik vond het erg mooi hoe de zonnestralen door
het raam naar binnen schenen. Ook vond ik de houtharen
aan het plafond heel interessant. Maar ondanks dat,
hing er toch een beetje een spookachtig sfeertje in de ruimte.

Ieder uur heb ik de lichtinval op de vloer getekend.
Daarna heb ik met reflecterend folie de lijnen van de zon
gevolgd, van het raam naar de vloer. Omdat ik wist dat over
een paar weken de zon er niet meer zou zijn, leek het me leuk
om iets te laten zien wat er niet meer is. Door lichtspotjes op het
folie te schijnen, ontstonden er allerlei lichteffecten, waardoor de
ruimte ineens een vriendelijke en magische uitstraling kreeg.
Ik had er ook nog een waaier op gezet, zodat het folie bewoog, en er
een extra twinkeling ontstond. Dat is iets wat ik wou creëren met mijn
installatie, de spookachtige ruimte vriendelijker maken.

Scenario:

Op de tweede verdieping is de installatie vanaf veel verschillende
plaatsen te zien.

Zodra de bezoeker op de tweede verdieping komt moet het nieuwsgierig
worden naar de installatie.

De bezoeker moet nieuwsgierig worden en zich afvragen hoe de
installatie er van dichtbij uitziet en wat het precies is.

Door materiaal te gebruiken wat in groot contrast staat met de ruimte
wil ik de ruimte laten opvallen.

Door daar licht en een waaier aan toe te voegen moet het nog meer
opvallen, er ontstaat een glinstering. Je kan de installatie bijna niet over
het hoofd zien op een groot gedeelte van de tweede verdieping.

De bezoeker wordt naar de installatie ’’gelokt’’

Zodra de bezoeker bij de installatie is aangekomen hoop ik dat ze het
gevoel hebben dat ze op een fijne dromerige plek zijn. Dat het voelt als
een vriendelijke ruimte.

Het moet voelen als een moment van rust, waarbij ze de ruimte goed
in zich opnemen.

Doordat de lichteffecten door de hele ruimte te zien zijn, zowel op de
muur als op het plafond, hoop ik dat de bezoeker de hele ruimte zal
bekijken en ervaren.

Op de vloer heb ik de lichtvlekken op de verschillende tijden duidelijk
aangegeven, door zwart krijt. Door de lijnen die van het raam naar de
vloer lopen, hoop ik dat het voor de bezoekers duidelijk is dat het om
zonnestralen gaat.


Test:

Tijdens de open dagen heb ik mijn installatie kunnen uittesten. Ik heb er op gelet wat de reacties van de bezoekers waren zodra ze mijn ruimte binnenkwamen. Ook heb ik een aantal bezoekers gevraagd wat hun gevoel er bij was. De woorden die ik heb gehoord zijn; sprookjesachtig, efteling, vuur, warmte, geldmuntjes, dromerig, glinstering, contrast. Een aantal woorden klopten dus wel, en een aantal niet. Maar over het algemeen, heb ik wel een bepaald gevoel weten te creëren in de ruimte. En ieder mens ervaart de dingen natuurlijk weer anders, maar ondanks dat, denk ik dat het wel goed gelukt is. Ook begrepen de bezoekers dat het zonnestralen waren, omdat de vorm van het raam die ik op de vloer had getekend, goed te zien was. Ook het feit dat mijn installatie op veel plaatsen vanaf de verdieping te zien was, en opviel, maakte veel bezoekers nieuwsgierig, zeiden ze. Dus om de bezoeker erheen te ’’lokken’’ door nieuwsgierigheid op te wekken is gelukt.




Scenario's
Scenario - Zwart Nazareth - Sascha Elzinga

Het is een koude en regenachtige dag in Schiedam. Daar waar eens de grachten blonken, men aan de kade jenever dronk en de molens draaiden is het nu doodstil op straat. Je besluit onderdak te zoeken en bent op miraculeuze wijze terecht gekomen in de Sodafabriek. De deur staat op een kier en gaat met een piepend en knarsend geluid langzaam open. Je komt terecht in een open ruimte, waar de druppels op het dak tikken en de tocht je een koude rilling bezorgt. Het is stoffig. Om je heen zie je apparatuur liggen, planken, stoelen, servies. Hier moet iets zijn geweest. Je geweten speelt op en je krijgt de ingeving om deze verlaten plek te ontdekken. Het is donker. Geen schakelaar te vinden. Het is een kier in het plafond die een schrale hoeveelheid licht naar binnen brengt. Je besluit door te lopen. Boven je zie je een gat. Het geeft je in een oogopslag een indruk van dit gebouw en dit had je niet verwacht. Zowel rechts als recht voor je zie je een trap. De een is steil, de ander lijkt nieuw en staat in groot contrast met de ruimte. De trap is open en geeft je een doorkijk langs oude, verroestte en gebladderde opslagtanks naar een hoge open ruimte. Je besluit de trap op te gaan. De reling is koud en de zolen van je schoenen schrapen een voor een langs de openingen in de treden. Dit veroorzaakt een geluid dat je niet thuis kunt brengen en het geeft je een onprettig gevoel. Bovenaan de trap is er rechts van je een deur met daarvoor enkele oude kastjes. De deur is gesloten, maar er hangt een bel. De klingel trilt na in je trommelvlies, laat een galm achter in het gehele gebouw en dan stilte. Ergens had je gehoopt dat er een respons zou zijn, maar niets. Het is verlaten. Bij het betreden van de eerste verdieping zie je een open ruimte die vrijwel leeg is. Je voetstappen laten de vloer kraken en deze lijkt te zijn verzakt. Een oude glazen wand, waarvan enkele glazen gebroken zijn of versplinterd over de vloer liggen, verhult een opslag of winkel. Het doet je weinig en je besluit door te lopen naar de tweede verdieping. Net zoals de vloer, kraken de traptreden, maar in dit geval is het anders. Het is krijsend, scherp en hoe verder je gaat hoe intenser de kraken zijn. Eindelijk ben je boven en er volgt een diepe zucht. De verdieping is anders, hij is gevuld met muren, deuren en halve raamkozijnen die leunen tegen een stalen afsluiting van het gat, dat je vanaf beneden een indruk had gegeven van de ruimte. Een grillige wind komt je tegemoet. Het zijn twee openslaande deuren die je zicht geven op de fabriek en de distilleerderij. Dat is wat je kent, dat is Schiedam. Je kijkt achter je en ziet doffe schaduwen van iets dat uit het plafond komt. Het heeft een houtstructuur, maar bestaat uit honderden, misschien wel duizenden wit geblakerde haren. Je draait je om. Wat je verontrust, zijn twee steriele, witte, naar beneden hangende plastic platen die langzaam wuiven in de wind. Je hartslag gaat omhoog. Het kloppen van je hart wordt intenser en op een gegeven moment kun je je hart horen. Het lokt je naar binnen. Voorzichtig schuif je de eerste plaat langs je en daarna de volgende. Je wordt in eerste instantie overvallen door een wazig licht. Daar waar in het hele gebouw geen schakelaar te vinden was, brand hier een lamp. Door een stoffige, maar toch transparante golfplaat wordt je afgeschermd van de ruimte. Je vergat haast dat er een intense lucht hangt die je niet eerder had ervaren. Het doet je denken aan ontbinding, een karkas. Rechts van je zijn twee ramen afgeplakt, waardoor de ruimte donker is. Er hangt een touw. Foto’s verhullen een transformatie en houden je aandacht af van de ruimte. Je kijkt naar beneden. Lopen gaat minder goed dan elders in het gebouw, wat komt door de vreemde bobbelige structuur van de vloer. Een verklaring heb je niet. Je zet twee nog twee stappen en opent je ogen. In een seconde lijkt het alsof je hartslag stil staat. Je schrok, kreeg kippenvel en werd overrompelt door verschillende emoties. Het is het schouwspel, stilleven, dat je voor je ziet. Verbouwereerd sta je stil en wordt je blik gevangen door een vieze pallet. De pallet is doorboord door dat waarvan je verwachtte dat de stank vandaan zou komen. Twee duiven, karkassen, die hun vleugels spreidden. Ervoor lijkt een stoel te zweven, waarvan het authentiek geweven patroon langs de poten naar beneden dwarrelt. Over de leuning hangt een lab-jas. Net zo wit en steriel als de afscheiding van de ruimte. Je bevind je even tussen twee werelden in. Het is klaar. Je besluit de ruimte te verlaten en passeert de twee platen. Een trapgat.

Het is donker.

Scenario - stapsgewijs

1. Je besluit onderdak te zoeken en bent op miraculeuze wijze terecht gekomen in de Sodafabriek.
2. De deur staat op een kier en gaat met een piepend en knarsend geluid langzaam open.
3. Je komt terecht in een open ruimte, waar de druppels op het dak tikken en de tocht je een
koude rilling bezorgt.
4. Om je heen zie je apparatuur liggen, planken, stoelen, servies.
5. Je geweten speelt op en je krijgt een ingeving om deze verlaten plek te ontdekken.
6. Je besluit door te lopen.
7. Boven je zie je een gat. Het geeft je in een oogopslag een indruk van dit gebouw en dit had
je niet verwacht.
8. Zowel rechts als recht voor je zie je een trap.
9. De trap is open en geeft je een doorkijk langs oude, verroestte en gebladderde opslagtanks
naar een hoge open ruimte.
10. Je besluit de trap op te gaan.
11. De reling is koud en de zolen van je schoenen schrapen een voor een langs de openingen in
de treden
12. Bovenaan de trap is er rechts van je een deur met daarvoor enkele oude kastjes.
13. Je luid de bel
14. Je had gehoopt dat er een respons zou zijn, maar niets.
15. Bij het betreden van de eerste verdieping zie je een open ruimte die vrijwel leeg is.
16. Je voetstappen laten de vloer kraken.
17. Je besluit door te lopen naar de tweede verdieping.
18. Je bent boven en er volgt een diepe zucht.
19. De verdieping is anders, hij is gevuld met muren, deuren en halve raamkozijnen die leunen
tegen een stalen afsluiting van het gat.
20. Een grillige wind komt je tegemoet
21. Het zijn twee openslaande deuren die je zicht geven op de fabriek en de distilleerderij.
22. Je kijkt achter je en ziet doffe schaduwen van iets dat uit het plafond komt.
23. Je draait je om.
24. Wat je verontrust, zijn twee steriele, witte, naar beneden hangende plastic platen die
langzaam wuiven in de wind.
25. Je hartslag gaat omhoog.
26. Het kloppen van je hart wordt intenser en op een gegeven moment kun je je hart horen.
27. Het lokt je naar binnen.
28. Voorzichtig schuif je de eerste plaat langs je en daarna de volgende.
29. Je wordt in eerste instantie overvallen door een wazig licht.
30. Door een stoffige, maar toch transparante golfplaat wordt je afgeschermd van de ruimte.
31. Je vergat haast dat er een intense lucht hangt die je niet eerder had ervaren.
32. Het doet je denken aan ontbinding, een karkas.
33. Rechts van je zijn twee ramen afgeplakt, waardoor de ruimte donker is.
34. Foto’s verhullen een transformatie en houden je aandacht af van de ruimte.
35. Je kijkt naar beneden.
36. Je zet twee nog twee stappen en opent je ogen.
37. In een seconde lijkt het alsof je hartslag stil staat.
38. Je schrok, kreeg kippenvel en werd overrompelt door verschillende emoties.
39. Het is het schouwspel, stilleven, dat je voor je ziet.
40. Verbouwereerd sta je stil en wordt je blik gevangen door een vieze pallet.
41. De pallet is doorboord door dat waarvan je verwachtte dat de stank vandaan zou komen.
42. Ervoor lijkt een stoel te zweven, waarvan het authentiek geweven patroon langs de poten
naar beneden dwarrelt.
43. Over de leuning hangt een lab-jas. Net zo wit en steriel als de afscheiding van de ruimte.
44. Je bevind je even tussen twee werelden in.
45. Het is klaar.
46. Je besluit de ruimte te verlaten en passeert de twee platen.
47. Een trapgat.
48. Het is donker.