No Glue
Zwart Nazareth
Hoofdvraag:

Aan welke voorwaarden dient jullie podium te voldoen om een gewenste actieve participatie van derden te bewerkstelligen?

Deelvragen:

Deelvraag 1 - Sascha Elzinga:
Waaruit bestaat de participatie?

Deelvraag 2: Pebbles Thijssen
Op welk moment, en voor hoe lang?

Deelvraag 3: Nina Laan
Wie zijn die derden?

Deelvraag 4 - Sascha Elzinga
Wat zijn de voorwaarden voor het object (podium)?

Deelvraag 5 - Nina Laan
Wat zijn de voorwaarden voor de context (plaats en tijd)?

Deelvraag 6 - Pebbles Thijssen
Hoe denk je een en ander te realiseren?
Deelvraag 1 - Sascha Elzinga:
Waaruit bestaat de participatie in ons ontwerp?

In de algemene beantwoording van de deelvraag “Wat is participatie” werd gesteld dat met participatie de actieve deelname wordt bedoeld of ook wel betrokkenheid. Bij deze participatie gaat het (altijd) om personen die deelnemen aan een evenement of interventie. Het is belangrijk dat mensen participeren aangezien hierdoor onder andere evenementen, dagtochten en andere belevingen ontstaan.
Voor participeren is er interactie nodig die, naarmate de inzet stijgt, zal leiden tot meer participatie.

Participatie is in figuurlijke zin in het ontwerp van Zwart Nazareth geïntegreerd. De bezoeker wordt hierbij niet geacht vanuit zichzelf te participeren, maar wordt door de verschillende ruimten hiertoe “gedwongen”. Het concept van Zwart Nazareth bestaat namelijk uit drie onderdelen of lagen. Deze zijn gebaseerd op de lagen die zich in een verhaal bevinden: inleiding, middenstuk en slot. Elke laag vertelt op deze manier een stukje van het verhaal, waarbij de bezoeker terug gaat naar de zwarte bladzijde dat het verleden van Schiedam kent. Een interessant aspect aan het participeren van mensen is het feit dat zij ervoor zorgen dat er een beleving ontstaat. Door middel van het opbouwen van het verhaal, wordt hiermee ook de specifieke ervaring opgebouwd, die centraal staat in het ontwerp.

Deze opbouw wordt gekenmerkt door een proloog, waarbij de bezoeker in contact staat met de ruimte. Er wordt hierbij ingespeeld op het feit dat de bezoeker “klein” moet worden gemaakt. Vanaf dit punt begint de interactie tussen de ruimte en de bezoeker. In de inleiding zal de bezoeker kennis maken met het bijzondere en intrigerende verhaal van “Zwart Nazareth”. Hierbij wordt de bezoeker meegenomen en begint de ruimte zich om hem of haar heen te vervormen. Het middenstuk bevat het meest essentiële aspect aan de beleving die wij teweeg willen brengen. Er wordt teruggegrepen naar de kern van dit gevoel, dat de bezoeker zal moeten ondergaan. Muren worden verdrukkend, plafonds worden lager, ruimtes benauwder. De bezoeker waant zich en participeert op deze manier letterlijk in het verhaal en maakt een voorstelling van hoe de bevolking zich moest hebben gedragen of gevoelt. De climax is hierin verweven die zo is ontworpen om bezoekers te desoriënteren, in enige mate frustreren en verwarren. Na deze wellicht onprettige ervaring is er in het slot sprake van verlossing, “ontgifting” en opluchting. De benauwde en donkere ruimtes maken plaats voor open lichte ruimtes met een fles Jenever(bessenwater (Aqua de Juniperi)) als centraal punt. Hierin komt er naast een boodschap een experiment naar boven, waarmee de interactie wordt opgezocht met de bezoeker. Wat zal hij of zij doen? Durven zij nog een slok te nemen? Werkt het beeld beangstigend? Voelt de bezoeker zich ongemakkelijk of emotioneel? Er zijn meerdere vragen die hierbij kunnen worden gesteld. De trage afdaling zal een moment van bezinking oproepen bij de bezoeker, die op zijn of haar manier een eigen standpunt of mening kan formuleren over het onderwerp dat aan het licht is gebracht.

In de kunsten wordt het begrip participatie gebruikt om de kunst van het verbinden aan te geven. Door participatie gaan projecten van kunstenaars of performance art artiesten leven. Het werk van de Amerikaanse kunstenaar Bruce Naumann gold als een van de grootste inspiratiebronnen op zowel het gebied van participatie als beleving. Naumann begon te werken vanuit het standpunt dat gangen zijn verbonden met elkaar en witte dozen waarin men kunst bekijkt. De gang is hierin juist het kunstwerk voor hem. Op deze manier wilde hij een gang tonen die de tentoonstelling zelf was. Deze ontzettend smalle en nauwe gangen, die door de bezoekers moesten worden betreden, schonken hen een moment voor een eigen performance (participatie).

Zijn “Green Light Corridor” uit 1970 is een van zijn legendarische “Light Pieces”. Deze gang werd verlicht door groen fluorescerend licht, dat ervoor zorgde dat de ogen overweldigd werden door de verschillende groene schaduwen. Bij het verlaten van de gang werd de bezoeker overvallen met een paarse / rozige waas, die bij het knipperen met de ogen oplaaide. Er wordt een verhaal vertelt door middel van verschillen in kleur, licht en fysieke positionering. Er kan hierbij worden teruggegrepen worden op de deelvraag “Hoe hebben zintuigen invloed op het gedrag van mensen”, waarbij de invloeden van licht en kleur naar voren komen. Zo staat licht(intensiteit) direct in contact met de manier waarop men zich voelt. Door gekleurd licht en gekleurde ruimtes gaan mensen zich anders gedragen (dus zullen zij op een andere manier participeren). Zo voelen mensen in een blauwe of groene ruimte zich kalmer en veiliger dan in een ander gekleurde ruimte.


Uit de architectuur is het ontwerp van Peter Eisenman voor het Holocaust Monument zeer sprekend, referent en inspirerend geweest voor ons (ontwerp). Dit monument werd ontworpen voor alle vermoordde Joden tijdens de Holocaust en doet denken aan een abstract graf. Het project beslaat zo’n 19.000 vierkante meter en bestaat uit ruim 2700 betonnen blokken, ieder met een eigen maatvoering. Deze vormen een golvend patroon, dat ook in de vloer terug te vinden is. De hoogtes van de blokken, die verschillen tussen de 10 centimeter en 4,5 meter, zorgen voor bepaalde gevoelens. Zo hoopte Peter Eisenman een gevoel van instabiliteit en onzekerheid te creëren. Daarnaast speelde een gevoel van desoriëntatie een belangrijke rol. Het gevoel of de beleving van het geheel wordt versterkt door de ontroerende expositie die zich onder het bouwwerk bevind.

Er werd eerder gesteld dat het ontwerp gebaseerd is op het verhaal van Zwart Nazareth, waarbij de bezoeker terug gaat naar de zwarte bladzijde van het verleden. Hierbij staat hij of zij in contact met de ruimte en wordt er ingespeeld op het feit dat men “klein” zal worden gemaakt. In het ontwerp van Eisenman komen al deze aspecten terug op zowel fysiek als mentaal niveau. Met weinig middelen weet hij het gevoel over te brengen en zorgt hij ervoor dat de participatie plaatsvind tussen bouwwerk en publiek, door middel van het feit dat zij deze gebruiken om te zitten, te doorkruisen of te ervaren.

Naar aanleiding van deze deelvraag kan worden geconcludeerd dat met participatie in het algemeen de actieve deelname wordt bedoeld of ook wel betrokkenheid, waarbij interactie nodig is. Bij deze participatie gaat het (altijd) om personen die deelnemen aan een evenement of interventie. Het is belangrijk dat mensen participeren aangezien hierdoor belevingen ontstaan. Participatie is in figuurlijke zin in het ontwerp van Zwart Nazareth geïntegreerd, doordat de bezoeker hierbij niet geacht wordt vanuit zichzelf te participeren, maar hiertoe “gedwongen” wordt. Door middel van drie lagen (inleiding, middenstuk en slot) zal de bezoeker in het verhaal van Zwart Nazareth meegenomen worden. Muren worden verdrukkend, plafonds worden lager, ruimtes benauwder naarmate het verhaal vorm krijgt. De bezoeker waant zich en participeert op deze manier letterlijk in het verhaal en maakt een voorstelling van hoe de bevolking zich moest hebben gedragen of gevoelt. Uiteindelijk bevind zich daar de opluchting, waar de bezoeker jenever mag proeven. Dit roept een experiment op: wordt dit nu nog gedronken? De trage afdaling zal een moment van bezinking oproepen bij de bezoeker, die op zijn of haar manier een eigen standpunt of mening kan formuleren over het onderwerp dat aan het licht is gebracht.

Bibliografie:

- http://momaps1.org/exhibitions/view/71

- http://de.phaidon.com/agenda/art/articles/2014/july/21/how-bruce-nauman-turned-corridors-into-artworks/

- http://www.stadsverkenner.com/berlijn/holocaustdenkmal

- http://www.youropi.com/nl/berlijn/locations/holocaust-monument-966
Deelvraag 4 - Sascha Elzinga:
Wat zijn de voorwaarden voor het object (podium)?

Een van de meest belangrijke voorwaarden voor ons ontwerp, object of podium is het overbrengen van het verhaal en de beleving die daarbij past. Het beleven van ruimte is een van de meest specifieke en complexe uitgangspunten die gesteld kunnen worden. Het gaat hierbij om een verwachtingspatroon dat vooraf wordt gesteld: wij verwachten dat..? De bezoekers daar de hoek om gaan en schrikken? De bezoekers achteraf genieten van een glas jenever? Dit zijn speculaties met daarbij een gewenste uitkomst.

Om meer over dit boven gestelde te weten te komen staan twee kernvragen centraal: hoe beleven wij ruimte? en hoe beleven wij de omgeving? Dit is per individu erg verschillend en ieder heeft daar een eigen idee bij. Het ligt hierbij aan het milieu waaruit je komt, de omgeving, de cultuur etc. Dit maakt het in algemene termen spreken over ruimtebeleving uiterst gecompliceerd. Toch is dit mogelijk, wat wordt bewezen door omgevingspsychologen.

De waarneming van de omgeving, zoals in de deelvraag “Hoe hebben zintuigen invloed op het gedrag van mensen” wordt beschreven, wordt veroorzaakt door prikkels die de zintuigen aansturen. Het activatieniveau is de mate waarin het zenuwstelsel wordt geprikkeld. (Objectieve) fysieke eigenschappen van de omgeving beïnvloeden in de eerste plaats de waarnemingen. Individuele, situationele, sociale en culturele factoren spelen hierbij ook een rol. Alle verschillende invloeden bepalen gezamenlijk het activatieniveau van de waarneming van een individu.

In het onderstaande model (een model van de perceptie, waardering en beleving van de omgeving (naar Bell, Greene, Fisher & Baum, 2006)) is dit schematisch weergegeven.




















Een omgeving bestaat uit een patroon van prikkels die door ons bereiken via onze zintuigen. Klassieke zintuigen als geur, gehoor, licht, smaak, tastzin en zicht en zintuigen als thermoceptie, nociceptie, propioceptie en kinestetisch zijn hier voorbeelden van. Fysieke eigenschappen van de omgeving, zoals groen, gebouwen, verkeer en mensen veroorzaken deze prikkels. Dit is een ingewikkeld geheel, doordat omgeving en de hoeveelheid prikkels dat ook zijn.

Eerder werd gesteld dat onze beleving van de omgeving samenhangt met onszelf, met onze achtergronden, culturen, kennis, taken, doelen en activiteiten, in die omgeving. Het meest belangrijke, dat nog ontbreekt, is het optimale activatieniveau dat bij ieder individu anders is. Het optimale activatieniveau refereert naar de hoeveelheid prikkels waarbij iemand zich prettig voelt en het beste kan functioneren. In de deelvraag “Hoe hebben zintuigen invloed op het gedrag van mensen” wordt hierover gesproken door middel van een hoge en een lage drempel. De activiteit is laag op het moment dat de hoeveelheid prikkels dat ook is, wat voor veel mensen een onprettig gevoel is. Te veel prikkels kunnen daarentegen ook negatieve effecten oproepen en het functioneren belemmeren. De mens is wel in staat dit zelf te beïnvloeden, waar speciale actieve en passieve tactieken voor zijn.

In het geval dat er sprake is van onevenwichtigheid, wanneer waarnemingen, beleving en activiteitenniveau zich buiten het optimale gebied bevinden, is er sprake van meer en intensievere prikkels dan dat men aankan. Voorbeelden van zulke situaties in de bebouwde omgeving zijn bijvoorbeeld het gebrek aan ruimte, drukte (door mensen), geluidsoverlast, felle lichten, overdadige geuren, pictogrammen etc. Als dit soort situaties lang aanhouden dan leid dat tot gezondheidsproblemen en stress.

Om een specifieke beleving te begrijpen moeten de verwachte gebruikers in kaart worden gebracht. Het is hierbij belangrijk dat het inzichtelijk is wat de onderlinge verschillen en overeenkomsten zijn van deze groepering. In het geval van Zwart Nazareth is dat een lastige opgave. Ons ontwerp staat open voor vooral geïnteresseerden en bewoners uit Schiedam, maar zal elke bezoeker zeker welkom heten. In het geval dat dit onbekend is, zoals in dit geval, dan is er een oneindige mogelijkheid op het gebied van beleving in de omgeving, wat het dus lastig maakt om de focus te richten op specifieke belevingen voor een specifieke (doel)groep. De omgeving wordt daarentegen niet alleen door zintuigen waargenomen, maar ook door de hersenen.

Een voorbeeld van zo’n beleving is de kijkroute in het Rijksmuseum in Amsterdam. Doordat er informatie wordt verschaft tijdens en voorafgaand aan deze route staat de beleving die de bezoekers ondergaan vrij vast. In dit geval is er uitgegaan van een zeer grote doelgroep en kon er dus niet worden gefocust op een bepaald soort beleving. Het verwerken van de informatie door de hersenen lost dit op. In het ontwerp van Zwart Nazareth bevind zich zo’n zelfde situatie, doordat de bezoeker wordt meegenomen in het verhaal door een tunnel en tegelijkertijd wordt voorzien van het verhaal. Op deze manier is essentiële informatie verschaft die de beleving sterker maken, zonder dat daar specifiek op een doelgroep is ingespeeld.

Een opmerkelijk feit is dat op het moment dat de omgeving en het individu in evenwicht zijn, wanneer er dus geen verschillen zijn tussen de omgeving en het optimale activatieniveau, men dit ervaart als eentonig of saai. Men moet verschillen beleven om onder andere spanning op te roepen.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat de voorwaarden voor het object of podium schuil gaan in het niet bereiken van het optimale activatieniveau. Deze refereert naar de hoeveelheid prikkels waarbij iemand zich prettig voelt en het beste kan functioneren. Zwart Nazareth wil een duidelijk en intens gevoel overbrengen, dat bij de meesten niet het optimale activiteitenniveau zal zijn. Er zal hierbij moeten worden gestreefd naar onevenwichtigheid, waardoor de prikkels intenser zijn. Om een specifieke beleving te begrijpen moeten de verwachte gebruikers in kaart worden gebracht. Dit is bij Zwart Nazareth (nog) niet mogelijk, maar doordat de bezoeker wordt meegenomen in het verhaal en wordt voorzien van de essentiële informatie zal dat de beleving sterker maken, zonder dat daar specifiek op een doelgroep is ingespeeld.

Bibliografie:

- http://www.ziedaar.nl/article.php?id=327

- Bell, P. A., Greene, T. C., Fisher, J. D., & Baum, A. (2006). Environmental psychology (5th ed.). New York: Taylor & Francis.

- De beleving van ruimte in de omgeving, Ronald Hamel http://wiki.kulturhus.nl/_gallery/file/Ronald%20Hamel%20-%20De%20beleving%20van%20ruimte%20in%20de%20omgeving%20.pdf
Deelvraag 6 - Pebbles Thijssen:
Hoe denk je een en ander te realiseren?

Wij creëren een zintuigelijke ervaring door middel van een installatie. Deze zintuigelijke ervaring speelt zich zowel op fysiek als mentaal gebied af. De bezoeker zal onze installatie moeten betreden en beleefd gaandeweg het verhaal van “Zwart Nazareth”. Deze ervaring zal niet zo zeer prettig zijn, maar mensen irriteren, frustreren, angstig maken of emotioneel. Dit is niet een doel, maar op deze manier komt iemands ware aard naar boven. Een gevoel van dronkenschap of krankzinnigheid is te vergelijken met dat wat wij willen veroorzaken. Het hoofddoel is het creëren van een driedimensionaal verhaal, waarbij de bezoeker wordt meegenomen door zijn omgeving. Deze leid hem of haar en zorgt ervoor dat het bewustzijn van deze periode of zwarte bladzijde uit de geschiedenis helder wordt naarmate de route wordt afgelegd.

Het idee voor deze installatie is voortgekomen uit het feit dat Schiedam een vrij onbekende plek is, hoewel deze onder de vleugels van Rotterdam ligt. In eerste instantie bracht de plek een positief gevoel over met zijn grachten, stegen, molens en branderijen. Er was leven in de brouwerij en men kon zich voorstellen dat dit vroeger ook zo zou moeten zijn geweest.
Na dieper onderzoek in dit verleden van Schiedam, kwamen er verontrustende elementen naar boven over die zo “pittoreske” stad. Zo leidde de eens zo succesvolle jeneverindustrie tot overmatig gebruik van alcohol met dronkenschap tot gevolg. Gevolgen hiervan waren in wezen nog meer luguber, waarbij gedacht moet worden aan incest, inteelt, (huiselijk) geweld en krankzinnigheid.

In deze installatie wordt de vinger op de zere plek gelegd. Deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis is voor veel Schiedammers een doorn in het oog en een onderwerp waar zij liever over zwijgen. Het aan het licht brengen van deze geschiedenis intrigeerde, aangezien weinigen dit weten. Er zullen hierbij grenzen worden opgezocht, waardoor er bewustzijn wordt gecreëerd over wat er zich in donkere tijden afspeelde in het nu zo veranderde Schiedam.

Voor de bepaling van het ontwerp of de ruimtelijke ingreep is het belangrijk inzage te krijgen in het tweeledige gevoel van dronkenschap of krankzinnigheid. De ziekte van Ménière refereert hier naar. Het hebben van een ziekte wordt gerelateerd aan iets naars of iets dat “mismaakt” is.

Het volgende citaat refereert naar de ziekte en brengt een gevoel van dronkenschap over:
In het algemeen verstaat men onder duizeligheid veel verschillende klachten. Deze zijn onder anderen: draaien met neiging tot omvallen, knikkende knieën, zwart worden voor de ogen, zweven, een gevoel van dronkenschap, lichtheid of juist zwaarte in het hoofd, flauw vallen. Bij de ziekte van Ménière treden vooral in het beginstadium plotseling aanvallen op van draaiduizeligheid met valneiging. Meestal gaan deze aanvallen gepaard met misselijkheid, braken, bleek zien en koud zweet.
Tijdens deze aanvallen, die meestal enkele uren in beslag nemen, is het niet meer mogelijk normaal te functioneren.

De ruimtelijke ervaring, die refereert naar het gevoel van dronkenschap en de bezoeker zo’n gevoel of een gevoel van krankzinnigheid moet laten ondergaan, wordt bewerkstelligd door middel van de ruimte. Het is de intentie dat deze de bezoeker meeneemt.
Deelvraag 2: Pebbles Thijssen
Op welk moment, en voor hoe lang?

De ervaring die men beleeft is individueel. Dat wil zeggen dat de bezoeker in zijn eentje de installatie ingaat en beleeft. De belevingstijd is moeilijk te beschrijven. De ene bezoeker loopt sneller dan de ander door de installatie, dus elke bezoek heeft een andere duur. De bezoeker gaat in deze installatie terug naar de 19e eeuw, naar Zwart Nazareth.
De stad Schiedam kent een florerend verleden, waarin de productie van Jenever centraal stond. De stad werd gekenmerkt door zijn “hoge molens” en ademde een positieve energie uit naar de rest van de omgeving. Althans, dat is het beeld dat men tot op de dag van vandaag voor zich heeft gehad. Wat men niet heeft ontdekt, is dat deze stad een donker verleden kent. Dit verleden bevat sporen van incest, inteelt, huiselijk geweld, psychische stoornissen, maar als hoofdoorzaak het alcoholmisbruik of dronkenschap. Door de vele branderijen, distilleerderijen en schoorstenen werd de stad bedolven onder een zwartige laag. Dit gaf Schiedam de bijnaam Zwart Nazareth. De arbeiderswoningen, die zich in smalle stegen bevonden, werden somber en wat zich achter de deuren plaatsvond kon het daglicht niet verdragen.

In de eerste deelvraag, “Waaruit bestaat de participatie in ons ontwerp” werd de opbouw van de ruimtes toegelicht. Deze opbouw bestaat uit drie delen, die gerelateerd zijn aan de drie onderdelen van een verhaal: inleiding, middenstuk en slot. Ervaring en beleving staan in ons concept en ontwerp centraal. Het is daarom belangrijk, dat de individuele belevingen voor ieder speciaal zijn. Alleen op die manier kan het verhaal en het gevoel overgebracht worden. Het is hierbij wel noodzaak dat er sprake is van roulatie: de individuele ervaring kan alleen tot stand komen als iemand ook echt alleen is. De routing in ons ontwerp zorgt ervoor dat men meegenomen wordt en voert hem of haar door het gebouw heen. Op deze manier wordt een opstopping tegengegaan.
Deelvraag 3: Nina Laan
Wie zijn die derden?

Met ons project Zwart Nazareth willen wij een groot publiek aanspreken. Het ontwerp Zwart Nazareth kan bestemd zijn voor Schiedammers zelf, maar ook voor publiek buiten deze omgeving die benieuwd zijn naar een greep uit de geschiedenis van Schiedam. Het is belangrijk dat wij met ons project mensen hun interesse wekken. De interesse word gewekt door het gebruik van een verhaallijn. ‘Zwart Nazareth’ zullen sommige mensen kennen als begrip. Voor alle volwassen inwoners van Schiedam is het leerzaam en een bijzondere ervaring om de betekenis achter het begrip te leren op een bijzondere manier. Onze installatie is niet zomaar een documentaire of een verhaal uit de geschiedenis. Het is een beleving die elke bezoeker zou moeten voelen en daar over nadenkt, zelfs nadat hij of zij vertrokken is uit de Sodafabriek. De bezoeker zal aan het einde van onze installatie de kans krijgen om een drankje te nuttigen. Dit zal de bezoeker ook bij blijven omdat we hierdoor verschillende zintuigen aanspreken, zoals smaak, tast, zicht en gehoor. Kortom, de derden van onze installatie is niet echt één doelgroep. Het beslaat een grotere groep van geïnteresseerden die graag meer leren over een intrigerend onderdeel uit de geschiedenis van Schiedam, die op een vernieuwende manier is geïnterpreteerd.
Deelvraag 5 - Nina Laan
Wat zijn de voorwaarden voor de context (plaats en tijd)?

Voor onze installatie is plaats erg van belang, de Sodafabriek is ons canvas voor het maken van het verhaal. Onze installatie zou niet op een andere plek gebouwd kunnen worden, omdat het de bijzonderheden van de Sodafabriek benut. Het verhaal wat wij vertellen is een stukje geschiedenis uit de fabriek zelf. Je voelt de doorgeleefde sfeer uit de Sodafabriek terugkomen in onze installatie. De term ‘Zwart Nazareth’ betrok een groot gedeelte van de industrialisatie. De sodafabriek bestond al en was in volle gang, hierdoor is het een deel van ons verhaal. De term ‘tijd’ is een groot begrip, hieronder een paar opvattingen:

- Tijd als ervaringstijd
Onze installatie is voor iedereen verschillend, de ene bezoeker zal er langer de tijd voor nemen dan de ander. Het kan confronterend zijn of juist iets dat je aan het denken zet. De tijd die een bezoeker in de installatie besteed verschilt erg per persoon.

- Tijd als een datum
Dat ons project Zwart Nazareth plaatsvindt in 2014 heeft weinig te maken met het project zelf. Zwart Nazareth is een begrip uit de geschiedenis wat al heel lang bestaat. Iedereen zou bij wijze van spreken de geschiedenis op kunnen halen en anderen erover informeren. Wij kozen voor Zwart Nazareth, omdat het een andere kant van Schiedam laat zien. Het sprak ons aan om bezoekers een ervaring mee te geven. De datum van het jaar waarop onze installatie plaatsvindt zou geen verschil geven, aangezien onze installatie zich binnen bevind.

- Tijd als tijdstippen
Of je onze installatie om zeven uur in de ochtend of vier uur in de middag bezoekt, maakt weinig verschil. Er is daglicht aanwezig en de sfeer zal op deze tijdstippen niet verschillen. Als een bezoeker echter de installatie bezoekt in de avonduren, waarin het daglicht verdwenen is en de nacht het overgenomen heeft, zal onze installatie meer tot zijn recht komen. Het donker geef een extra duisternis en een kille sfeer. Onze installatie bezoeken tijdens de avonduren zal daardoor meer impact geven dan overdag.

Samenvattend zouden de voorwaarden voor de context bij Zwart Nazareth zijn: het grote belang van de plaats, een leeg museum maakt namelijk niet zoveel indruk als de imposante Sodafabriek. Onze installatie is locatie gebonden. De tijd waarin men het bezoekt maakt weinig verschil, wel maakt het tijdstip uit, voor het ervaren van de beleving.
Hoofdvraag:

Aan welke voorwaarden dient jullie podium te voldoen om een gewenste actieve participatie van derden te bewerkstelligen?

Participatie is in figuurlijke zin in het ontwerp van Zwart Nazareth geïntegreerd. De bezoeker wordt hierbij niet geacht vanuit zichzelf te participeren, maar wordt door de verschillende ruimtes hiertoe “gedwongen”. Het concept van Zwart Nazareth bestaat namelijk uit drie onderdelen of lagen. Een interessant aspect aan het participeren van mensen is het feit dat zij ervoor zorgen dat er een beleving ontstaat. Door middel van het opbouwen van het verhaal, wordt hiermee ook de specifieke ervaring opgebouwd, die centraal staat in het ontwerp.

In de eerste deelvraag, “Waaruit bestaat de participatie in ons ontwerp” werd de opbouw van de ruimtes toegelicht. Deze opbouw bestaat uit drie delen, die gerelateerd zijn aan de drie onderdelen van een verhaal: inleiding, middenstuk en slot. Ervaring en beleving staan in ons concept en ontwerp centraal. Het is daarom belangrijk, dat de individuele belevingen voor ieder “speciaal” zijn. Alleen op die manier kan het verhaal en het gevoel overgebracht worden. Het is hierbij noodzaak dat er sprake is van roulatie: de individuele ervaring kan alleen tot stand komen als iemand ook echt alleen is. De routing in ons ontwerp is hierin de rode draad.

Met ons project Zwart Nazareth willen wij een groot publiek aanspreken, Zoals werd beschreven in de deelvraag “Wie zijn die derden?”. Het ontwerp Zwart Nazareth kan bestemd zijn voor Schiedammers zelf, maar ook voor publiek buiten deze omgeving die benieuwd zijn naar een greep uit de geschiedenis van Schiedam.

Een van de meest belangrijke voorwaarden voor ons ontwerp, object of podium is het overbrengen van het verhaal en de beleving die daarbij past. Het beleven van ruimte is een van de meest specifieke en complexe uitgangspunten die gesteld kunnen worden, aangezien dit wordt gekoppeld aan een verwachtingspatroon. In deelvraag 4: “Wat zijn de voorwaarden voor ons object (podium)” wordt hier uitvoerig over gesproken. Om meer over dit gestelde te weten te komen staan twee kernvragen centraal: hoe beleven wij ruimte? en hoe beleven wij de omgeving? Dit is per individu erg verschillend en ieder heeft daar een eigen idee bij.

De waarneming van de omgeving, zoals in de deelvraag “Hoe hebben zintuigen invloed op het gedrag van mensen” wordt beschreven, wordt veroorzaakt door prikkels die de zintuigen aansturen. Het activatieniveau is de mate waarin het zenuwstelsel wordt geprikkeld. Alle verschillende invloeden bepalen gezamenlijk het activatieniveau van de waarneming van een individu. In het geval dat er sprake is van onevenwichtigheid, wanneer waarnemingen, beleving en activiteitenniveau zich buiten het optimale gebied bevinden, is er sprake van meer en intensievere prikkels dan dat men aankan. Dit is niet goed voor het welzijn en veroorzaakt negatieve uitingen.

Een opmerkelijk feit is dat op het moment dat de omgeving en het individu in evenwicht zijn, wanneer er dus geen verschillen zijn tussen de omgeving en het optimale activatieniveau, men dit ervaart als eentonig of saai. Men moet verschillen beleven om onder andere spanning op te roepen. Dit past op die manier in het ontwerp van Zwart Nazareth.

Geconcludeerd kan worden dat de voorwaarden voor het object of podium schuil gaan in het niet bereiken van het optimale activatieniveau. Deze refereert naar de hoeveelheid prikkels waarbij iemand zich prettig voelt en het beste kan functioneren. Zwart Nazareth wil een duidelijk en intens gevoel overbrengen, dat bij de meesten niet het optimale activiteitenniveau zal zijn. Deze “meesten” bestaan uit de grote doelgroep die wij willen aanspreken met zowel het concept als ontwerp. Er zal hierbij moeten worden gestreefd naar onevenwichtigheid, waardoor de prikkels intenser zijn. Om een specifieke beleving te begrijpen moeten de verwachte gebruikers in kaart worden gebracht. Dit is bij Zwart Nazareth (nog) niet mogelijk, maar doordat de bezoeker wordt meegenomen in het verhaal en wordt voorzien van de essentiële informatie zal dat de beleving sterker maken, zonder dat daar specifiek op een doelgroep is ingespeeld.