No Glue
Structuralisme
Sascha Elzinga:

Het Structuralisme is een architectuurstroming uit de jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw, die zich vooral in Nederland afspeelde. De stroming werd gekenmerkt door grote gebouwen die werden opgedeeld in kleine eenheden, zodat een labyrintische opbouw ontstond. Het meest belangrijke aspect hierbij was dat het gebouw als een stad binnen de stad fungeerde. Het zoeken naar kleinschaligheid binnen een groter geheel stond hierbij centraal. Het hield een filosofische benadering van de werkelijkheid in, waarin de individuele verschijnselen werden opgevat als elementen uit een systeem. Om een bepaald verschijnsel te begrijpen moest men in de eerste plaats nagaan welke plaats het inneemt in het systeem als geheel en wat zijn relatie is met andere elementen uit het systeem. Dit werd voor het eerst ontwikkeld door Ferdinand de Saussureen etnoloog Claude Lévi-Strauss, die stelde dat verschillende verborgen structuren ten grondslag liggen aan het menselijk gedrag.

Architecten die het Structuralisme aanhingen vonden dat de rationalistische architectuur te steriel was en de geest onvoldoende aanknopingspunten bood. Aan de andere kant zagen zij het expressionisme als te subjectief. De middenweg werd gevonden in een complexe ordening van het gebouw. Deze moest hiërarchisch zijn opgebouwd, om zo te breken met de traditionele bouwmethodes en sociale verbanden. Er werd gebruik gemaakt van stimulerende vormen, die het gebruikers mogelijk maakte het gebouw te gebruiken en om te zetten naar iets eigens, maar sobere materialen. Beroemde Structuralistische architecten werden Aldo van Eyck, Piet Blom, Theo Bosch, Frank van Klingeren, Abel Cahen (jaren '80) en Herman Hertzberger.

Het structuralisme werd als methode toegepast in de culturele antropologie, in de psychoanalyse en in het marxisme als een manier om de betekenis van woorden in een taal te bepalen. Dit gebeurde eveneens in de jaren zestig en zeventig. In Frankrijk maakte het structuralisme zijn opgang met invloedrijke denkers als Michel Foucault en Roland Barthes. Zij gebruikten het Structuralisme als wapen tegen het humanisme (levensbeschouwing waarbij de mens centraal staat), waarmee zij de mythe van het autonome en soevereine onderuit haalden.





Op dinsdag 7 oktober bezochten wij na het lezen van de tekst “Voor een geborgen stad”, geschreven door Hilde de Haan, de tentoonstelling “Structuralisme (Ruimte maken, Ruimte laten)” in Het Nieuwe Instituut te Rotterdam.

Letterlijk overzicht tentoonstellingsruimte:
"De mens mag dan wel denken dat hij vrij en soeverein is, maar in wezen wordt zijn gedrag volledig bepaald door dwingende maatschappelijke en culturele structuren. Hij is slechts een ondergeschikt element in een systeem."
Ik was erg onder de indruk van de tentoonstelling, die de kijker meenam in het verhaal van de laatst overgebleven structuralist en bekendste vertegenwoordiger: Herman Hertzberger. Het eerste gedeelte van de tentoonstelling belichtte het Structuralisme vanuit het standpunt van de ontwerper en vertelt het verhaal door de ogen van Hertzberger. Hierbij werd over het algemeen materiaal getoond uit zijn eigen archief, met onder meer: ontwerpschetsen, notitieboekjes met tekeningen, inspiratiebronnen en originele maquettes.

Ik was gefascineerd door de hoeveelheid tekeningen die hij maakte, in tientallen kleine schetsboekjes. Zelfs de kaft bleef niet onaangeraakt. Dit was zowel intrigerend als inspirerend. Het gaf aan dat hij leefde voor zijn gedachtegoed. Zijn tekentechniek neemt je mee naar en door het gebouw en geeft de kijker het gevoel alsof hij of zij daadwerkelijk het gebouw en de ruimtes ervaart.
Hieronder enkele voorbeelden van (zijn) structuralistische tekeningen:
De vitrine vol met schetsboekjes van Herman Hertzberger:
Zoals ik meerdere keren heb vermeld heeft deze tentoonstelling mij geboeid, gefascineerd, geïntrigeerd en geïnspireerd. Ik ben ontzettend veel te weten gekomen over het structuralisme, een stroming die ik tot voor kort nog helemaal niet kende.

Hetgeen wat mij het meest heeft geïnspireerd is het tonen van de ontwerpen door middel van de tekeningen. Het laat een groot talent zien waar Hertzberger en mede structuralisten over beschikten, maar daarmee gelijk een manier waarop het óók zou kunnen. Het heeft mij vastbesloten om deze vaardigheden te gaan ontwikkelen, waardoor getekende visualisaties opvallend worden en de 3D visualisaties extra diepgang kunnen geven. Naast de tekeningen waren ook de maquettes een bron van inspiratie. Er waren deel-maquettes te zien van bijvoorbeeld trappen, waarbij gewerkt werd vanuit een ontwikkeling. In grote maquettes, zoals die van het Tivoli Vredenburg theater, laat hij verschillende ontwerpen zien die uiteindelijk hebben geleid tot het gerealiseerde theater. Op deze manier toont hij een inzichtelijk proces dat zeer hoogwaardige materialen en voorbeelden bevat. In combinatie met zijn gedetailleerde tekeningen wordt dit proces zelfs voor een leek inzichtelijk, zonder dat daar een enkel woord bij wordt gebruikt. Dit is iets waar ik persoonlijk door geboeid raak en waar ik veel bewondering voor heb. Het is dat waarover de architect of ruimtelijk ontwerper moet beschikken.






















Het begrip Structuralist, uitgelicht in tientallen andere begrippen:
en ander inspirerend punt aan de tentoonstelling is het verschijnen van personen op de foto’s van gebouwen en plaatsen. Dit staat in een schril contrast met de gebouwen zelf. Wanneer deze gefotografeerd zijn zonder personen hangt er een grauwige sfeer en doet het gebouw erg koud en kil aan. Met rondhuppelende kinderen en groeperingen mensen gaat het gebouw of de ruimte leven.

Ik zou dit kunnen gebruiken in de manier waarop ik mijn beleving vastleg. Mijn ontwerp is gebaseerd op het ontwikkelen of nabootsen van een gevoel van “dronkenschap”, desoriëntatie of benauwdheid. De bezoeker wordt meegenomen in het verhaal en wordt daarbij geleid door de muren, plafonds en vloeren. Als ik een persoon zou kunnen volgen in de gevormde ruimtes en de bepaalde emoties vastleg of manoeuvres van deze persoon, dan krijgt deze een gevarieerde expressie. Dit kan zowel het beoogde gevoel zijn, maar dit kan bij iemand ook leiden tot positieve gedachten, alsof het bijvoorbeeld een gymnastiek oefening is of een attractie. Het draait hierbij allemaal om het tonen van een beleving.
Herhaalde Wooneenheden en Centraal Beheer Apeldoorn
Enkele voorbeelden van Hertzberger's maquettes:
Schets- en eindmaquette TivoliVredenburg Utrecht:
Pebbles Thijssen

Inleiding

De architectuurstroming structuralisme verzet zich tegen het Nieuwe Bouwen, die volgens de groep architecten van structuralisme resulteerden in te eenvormige en te grootschalige, anonieme gebouwen. Ze hebben meer aandacht voor de maatschappelijke effecten van het ontwerp en de menselijke maat. Kenmerken van het structuralisme zijn dat de gebouwen zijn opgebouwd uit een aantal, vaak dezelfde kleinere eenheden. De kleinste eenheden zijn terug te voeren op de menselijke maat. De projecten hebben meestal een decentrale opbouw, collectieve ruimtes en meerdere ingangen. Er wordt gebruik gemaakt van ruimtestructurerende elementen en de constructie is vaak zichtbaar. In dit kader hebben we drie zeer uiteenlopende projecten bezocht, namelijk de expositie van het structuralisme in het NAI, het cruiseschip Oasis of the Seas en het bijzondere woonhuis in Katendrecht. Toch waren in alle projecten bovenstaande kenmerken zichtbaar.

Bezoek aan de expositie van het structuralisme.

Wat mij bij deze expositie vooral aansprak, is dat bij de stroming structuralisme de leefbaarheid van de architectuur voorop staat. Bovendien was ik zeer onder de indruk van de manier waarop bepaalde gebouwen waren vormgegeven.
Een voorbeeld hiervan is het indrukwekkende Muziekpaleis TivoliVredenburg. Ik ken het gebouw eigenlijk alleen van de buitenkant. Daardoor was het bijzonder om de binnenkant te zien in de maquette en te zien wat een zeer complex gebouw is. De kleuren versterken het ontwerp en tonen de functie van de onderdelen van het gebouw aan.
Daarnaast vond ik bepaalde schetsen inspirerend. Bij de schets hieronder laat zien dat je op met duidelijke manier een complex verhaal kan overbrengen.